Erebia epiphron

(Knoch, 1783)

Bergerebia

Beschrijving:
De bergerebia is een vlinder van vochtige graslanden en ruigten die 's winters met sneeuw bedekt zijn. De vliegterreinen liggen vaak beschut tegen hellingen of bosranden aan. Het vrouwtje legt de eitjes af op verschillende grassoorten en zeggen, onder andere Festuca (zwenkgras) soorten, Nardus stricta (borstelgras) en Danthonia decumbens (tandjesgras). De rups groeit tot het einde van het eerste stadium en overwintert dan voor een eerste keer. In de volgende zomer lukt het haar het een na laatste stadium te bereiken voordat ze weer overwintert. In de tweede zomer wordt verpopt en komt de vlinder te voorschijn. De bergerebia is zeer variabel. Er worden veel lokale en regionale ondersoorten en vormen onderscheiden.

Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Heide en struweel

Sterk gelijkende soorten:
Erebia eriphyle
Erebia manto
Erebia melampus
Erebia claudina

Verspreiding:
Komt voor in enkele van elkaar gescheiden gebieden. In Spanje (Cantabrisch Gebergte, S. de la Demanda, S. de Xistral (Lugo), S. de Cebollera), Pyreneeën, Andorra, Frankrijk (Centraal Massief, Cevennen, Auvergne, Vogezen), het hele Alpengebied van Frankrijk tot Slovenië en aansluitende gebergten tot ZW-Joegoslavië, Tsjechië (Sudeten), Slowakije en Polen (Tatra), Roemenië (Karpaten, Retezat Gebergte), alle landen van voormalig Joegoslavië, Macedonië (Sar. Pl., Jakupica Pl., Pelister massief), Albanië, NW-Griekenland (Varnous gebergte), NW-Engeland (Cumbrian Mountains), Schotland (Perthshire). Vliegt in de Alpen van 1200 tot 2400m, in Engeland en Schotland al vanaf 500m.

Vliegtijd:
juni, juli, augustus.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
Niet in de Benelux. Dichtstbij gelegen populaties in de Vogezen boven 800m en in Schotland.

Trend en mate van voorkomen per land:
E. epiphron 7

%LABEL% (%SOURCE%)