(Linnaeus, 1761)
Rode vuurvlinder
Beschrijving:
De rode vuurvlinder leeft op natte tot vochtige graslanden en moerassen. De mannetjes bewaken hun territorium vanuit uitstekende grassprieten of kruiden en vallen daardoor op. De populaties zijn meestal zeer lokaal, maar op een hooiland kunnen vaak wel veel vlinders vliegen. De eitjes worden afgezet op allerlei soorten Rumex (zuring). De kleine rupsen vreten eerst venstertjes in de bladeren, omdat ze alleen enkele cellagen afschaven. Later vreten ze het hele blad. De jonge rups overwintert. De verpopping vindt plaats in of bij de strooisellaag. Er vliegt één generatie per jaar. De rode vuurvlinder komt voor in enkele ondersoorten. De laaglandsoort tot 1800m hoogte heet L. hippothoe hippothoe . De vrouwtjes hebben een groot oranje veld op de voorvleugel. Bij de ondersoort van de bergen (1500 tot 2500m) L. hippothoe eurydame zijn de vrouwtjes geheel bruin. Bij de scandinavische ondersoort L. hippothoe stiberi hebben ze geheel oranje voorvleugels en lijken op kleine vuurvlinders.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Matig voedselrijk grasland
Vochtig grasland en ruigte
Sterk gelijkende soorten:
Lycaena alciphron
Lycaena tityrus
Lycaena dispar
Lycaena virgaureae
Verspreiding:
In Scandinavië ten noorden van 62°NB komt de ondersoort stiberi voor. De ondersoort eurydame vliegt in de Alpen van Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk en Italië en in de Apennijnen tussen 1500 en 2500m hoogte. In de dalen en verder in N-Spanje, Centraal-Europa tot de zuidelijke Balkan en Griekenland vliegt de ondersoort hippothoe tot een hoogte van rond 1800m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Verdwenen uit Nederland sinds 1947, in Vlaanderen dwaalgast, in Wallonië kwetsbaar. Dichtsbijzijnde populaties in Ardennen en Eifel.
Trend en mate van voorkomen per land:
L. hippothoe 7