(HÜbner, 1806)
Berg geaderd witje
Beschrijving:
Het berg geaderd witje is te vinden in bloemrijke graslanden, langs oevers en bij bosranden. Als waardplanten worden onder andere Biscutella laevigata , Thlapsi - en Cardamine -soorten (veldkers) gebruikt. Het vrouwtje – dat soms zeer donker bestoven kan zijn– legt de eitjes afzonderlijk op de bloemen of bladeren van de waardplant. Ze heeft een voorkeur voor kleine planten, die op voedselarme plekken groeien. De soort heeft één of twee generaties per jaar en overwintert als pop. Het berg geaderd witje lijkt sterk op het klein geaderd witje (P. napi) , ook de eieren, rupsen en poppen verschillen nauwelijks. Op sommige plekken zoals in de Alpen en de Jura komen de soorten samen voor.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Naaldbos
Sterk gelijkende soorten:
Pieris napi
Pieris balcana
Verspreiding:
Komt in Europa in verschillende berggebieden voor: in de Jura, de Alpen (tot in de Provence), de Pyreneeën, de Tatra en de Karpaten. Vliegt van 800-2700m.
Vliegtijd:
juni, juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. bryoniae 7