(Linnaeus, 1758)
Kleine monarchvlinder
Beschrijving:
De kleine monarchvlinder is in kuststreken te vinden op warme, rotsachtige plekken met struweel, bij landbouwgronden en ook in tuinen. De rupsen voeden zich met Asclepias curassavica (zijdeplant-soort) en Cynachum procera . De kleine monarchvlinder kan grote afstanden afleggen en zo nieuwe populaties vestigen. Het is moeilijk te bepalen of de soort ergens het hele jaar als standvlinder aanwezig is of dat hij er alleen als trekvlinder voorkomt en zich in de zomer voortplant. De kleine monarchvlinder heeft meerdere generaties per jaar en gaat niet in winterrust. In gebieden met koude winters kan de soort dus alleen maar tijdelijk voorkomen.
Leefgebied:
Phrygana vegetaties
Sclerofiele struikvegetatie
Matig voedselrijk grasland
Sterk gelijkende soorten:
Danaus plexippus
Verspreiding:
Komt in Z-Europa in de kuststroken langs de Middellandse Zee voor: vermoedelijk als standvlinder vanaf ZO-Frankrijk tot in ZW-Italiƫ en in Joegoslaviƫ en W- en ZW-Griekenland. Komt ook op de meeste grotere eilanden in de Middellandse Zee voor. De soort heeft tijdelijke populaties aan de Spaanse zuid- en oostkust. Verschil tussen vaste en tijdelijke populaties is onduidelijk.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus, september, oktober.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
D. chrysippus 7