(HÜbner, 1806)
Baltische toendravlinder
Beschrijving:
De Baltische toendravlinder komt in het laagland en in de bergen voor in veen- en moerasgebieden. De vlinders zijn het talrijkst in moerassen met een vegetatie van grassen en zeggen, met in het midden vaak open water en met naaldbos rondom het moeras. De moerasvegetatie is arm aan nectarplanten en de vlinders zoeken regelmatig de bosrand op om bloemen te vinden of om te rusten op (dode) boomstammen en takken. Het vrouwtje legt de eitjes op verschillende soorten grassen, maar het is niet bekend met welke soorten de rupsen zich voeden. De ontwikkeling van de rupsen duurt bijna twee jaar. In het leefgebied van de baltische toendravlinder komen weinig andere vlindersoorten voor.
Leefgebied:
Hoogveen
Naaldbos
Sterk gelijkende soorten:
Onmiskenbaar
Verspreiding:
Komt voor in Z- en M-Noorwegen, in grote delen van Zweden en Finland tot in Lapland, in de Baltische staten en in NO-Polen.
Vliegtijd:
juni, juli.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
O. jutta 7