Hipparchia fagi

(Scopoli, 1763)

Grote boswachter

Beschrijving:
De grote boswachter is een bewoner van open bossen, waar hij vooral op grazige vegetaties aan de randen voorkomt, zoals bij open plekken en langs brede paden. De vlinders zitten graag met hun kop naar boven tegen boomstammen aan. Als ze hun vleugels zo dicht houden dat de oogvlekken onzichtbaar zijn, zijn ze daar uitstekend gecamoufleerd. De eitjes worden afgezet aan de bladeren van verschillende grassoorten, onder andere Festuca (zwenkgras), Brachypodium (kortsteel) en Bromus. De rupsen groeien zeer langzaam. Ze overwinteren halfvolgroeid in de strooisellaag. De verpopping vindt plaats in een holletje in de grond. Voor de verpopping spint de rups zich een soort van cocon. De grote boswachter vliegt in één generatie per jaar.

Leefgebied:
Droge zure graslanden
Zomergroen loofbos

Sterk gelijkende soorten:
Hipparchia alcyone
Hipparchia syriaca
Brintesia circe

Verspreiding:
Komt voor ten zuiden van een lijn van Z-België (maar niet in België zelf!), Midden-Duitsland en Z-Polen richting oosten. In Frankrijk niet in noorden en westen, op Iberisch schiereiland alleen in Aragon en Catalonië. Ontbreekt op de mediterrane eilanden behalve Sicilië en Lefkada. Vliegt van zeeniveau tot 1600m.

Vliegtijd:
juni, juli, augustus, september.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
In Nederland dwaalgast (een waarneming in 1901), in Wallonië dwaalgast. Er bevinden zich populaties op verruigde kalkgraslanden in de Elzas en de Vogezen.

Trend en mate van voorkomen per land:
H. fagi 7

%LABEL% (%SOURCE%)