(Freyer, 1834)
Oostenrijkse erebia
Beschrijving:
Het leefgebied van de oostenrijkse erebia bestaat uit warme, steile, rotsachtige hellingen met grazige vegetatie en soms met verspreide struikjes. De vlinders worden vaak op kalksteen aangetroffen. De waardplant van deze erebia-soort is Sesleria varia . In Zwitserland duurt de ontwikkeling van ei tot vlinder twee jaar. Nadat de rupsen uit het ei zijn gekomen gaan ze meteen in overwintering en beginnen pas het volgende voorjaar te eten. In de herfst gaan ze weer in winterrust en verpoppen het daarop volgende jaar in juni of juli. Op geringere hoogte in andere gebieden kan de ontwikkeling één jaar duren.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Puinhellingen
Steile rotsen - binnenland
Sterk gelijkende soorten:
Erebia stirius
Erebia montana
Erebia pronoe
Verspreiding:
Komt in het oostelijke deel van de Alpen voor: vanaf Tessin (Monte Generoso) en de Dolomieten tot in de Julische Alpen (Slovenië) en noordelijk tot in de Allgäuer Alpen (tot in Duitsland) en het Karwendel gebergte (Oostenrijk). Vliegt van 600-2200m.
Vliegtijd:
juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. styx 7