Erebia sudetica

Staudinger, 1861

Karpatenbergerebia

Beschrijving:
Het leefgebied van de Karpatenbergerebia bestaat uit subalpiene en alpiene graslanden, met name graslanden rond de boomgrens. De vlinders komen het talrijkst voor in vochtige graslanden met hoge grassen en kruiden, maar ze planten zich ook in droge graslanden voort. Anthoxanthum odoratum (gewoon reukgras) is waarschijnlijk de belangrijkste waardplant, maar ook andere grassen zoals Poa annua (straatgras) worden gebruikt. De soort heeft één generatie per jaar en overwintert als rups.

Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Gemengd bos
Matig voedselrijk grasland
Naaldbos
Steile rotsen - binnenland

Sterk gelijkende soorten:
Erebia melampus
Erebia eriphyle
Erebia epiphron
Erebia claudina

Verspreiding:
De soort komt in Europa zeer lokaal in ver uiteen liggende gebieden voor. In Frankrijk in het Centraal Massief (Monts du Cantal) en de Alpen (Savoie en Isère), in M-Zwitserland (Grindelwald), in Tsjechië (Sudeten) en in Roemenië op drie plekken in de Karpaten. Vliegt van 1200-2000m.

Vliegtijd:
juli, augustus.

Status Europa:
Kwetsbaar in Europa door achteruitgang van 20 tot 50% in de laatste 25 jaar en het zeer beperkte voorkomen. Soort komt alleen in Europa voor.

Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.

Trend en mate van voorkomen per land:
E. sudetica 7

%LABEL% (%SOURCE%)