Erebia flavofasciata

Heyne, 1895

Geelbandbergerebia

Beschrijving:
De geelbanderebia is al in de vlucht aan de opvallende, gele band op de onderkant van de achtervleugel te herkennen. De vlinders komen boven de boomgrens bij steile, zonnige hellingen voor. Ze zijn vaak nectardrinkend te vinden in graslanden met een relatief hoge en bloemrijke vegetatie; voor de eiafzet zoekt het vrouwtje lagere grazige gedeelten op. Ze gaat laag in de vegetatie zitten en laat steeds één eitje op de bodem vallen. De rupsen leven van Festuca ovina (genaald schapengras) en overwinteren twee keer.

Leefgebied:
Sub-alpien grasland

Sterk gelijkende soorten:
Onmiskenbaar

Verspreiding:
De soort komt lokaal in een beperkt deel van de Alpen voor: in ZO-Zwitserland (Engadin en Tessiner Alpen) en in de aangrenzende delen van de Italiaanse en Oostenrijkse Alpen. Vliegt tussen 2200-2600m.

Vliegtijd:
juli, augustus.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.

Trend en mate van voorkomen per land:
E. flavofasciata 7

%LABEL% (%SOURCE%)