(Cramer, 1777)
Grote schaduwzandoog
Beschrijving:
De grote schaduwzandoog vliegt in open, droge bossen en bij droge struweelvegetaties. De vlinders zitten op het heetst van de dag vaak op boomstammen of verborgen op schaduwrijke plekken in struiken en bosjes. Ook in droge rivierbeddingen worden ze wel waargenomen. Het vrouwtje legt de eieren in schorsspleten van bomen en struiken. Als waardplant worden verschillende soorten grassen gebruikt, zoals Poa - (beemdgras), Bromus - (dravik), Briza - (trilgras) en Alopecurus -soorten (vossenstaart). De grote schaduwzandoog vliegt in één generatie per jaar en gaat waarschijnlijk in de zomer tijdelijk in diapauze. De overwintering vindt plaats als rups.
Leefgebied:
Altijdgroen loofbos
Sclerofiele struikvegetatie
Zomergroen loofbos
Sterk gelijkende soorten:
Esperarge climene
Verspreiding:
Komt in de Balkan voor: vanaf ZW-Kroatië, Z-Bosnië-Hercegovina tot in Z-Roemenië en Griekenland. Komt ook op verschillende Griekse eilanden en op Cyprus voor. Vliegt tot 1750m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
K. roxelana 7