(Linnaeus, 1767)
Pasja
Beschrijving:
De pasja is met zijn grillig getekende ondervleugels en zijn sierlijke staartjes een van de mooiste Europese vlindersoorten. De vlinders planten zich voort op warme, droge plekken met veel struiken en bomen. De waardplant Arbutus unedo (aardbeiboom) komt in de leefgebieden meestal talrijk voor. De mannetjes zijn zeer territoriaal en vallen andere insecten fanatiek aan. De vlinders voeden zich vaak met sappen uit rottend fruit, zoals van vijgen, en komen ook op alcoholische drankjes af. Het zijn goede vliegers die soms in gebieden waar de waardplant niet groeit kunnen worden aangetroffen. De pasja heeft meestal twee generaties per jaar (op enkele plekken mogelijk drie) en overwintert als rups. Op Gibraltar, Samos en Cyprus maakt de soort ook van andere waardplanten gebruik.
Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Phrygana vegetaties
Sclerofiele struikvegetatie
Sterk gelijkende soorten:
Onmiskenbaar
Verspreiding:
Komt in de meeste kustregio's van Z-Europa voor: vanaf Portugal, via Z- en O-Spanje (ook lokaal in M-Spanje) en ZO-Frankrijk (tot in de Ardèche) tot in Griekenland. Ontbreekt langs de Adriatische Zee tussen M-Italië en Istrië. Komt wel op de meeste eilanden in de Middellandse Zee voor. Vliegt vanaf zeeniveau tot 1200m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
C. jasius 7