Staudinger, 1901
Blauwe ijsvogelvlinder
Beschrijving:
De blauwe ijsvogelvlinder komt voor op warme tot zeer warme plaatsen in bossen en struwelen. Vaak zijn de vliegterreinen gelegen bij beken, sprengen of andere vochtige plaatsen. De eitjes worden afgezet op vrijwel alle soorten kamperfoelie (Lonicera). De rupsen vertonen het typische vraatbeeld van ijsvogelvlinders: ze laten de middennerf staan en vreten het blad aan beide zijden weg. Voor de overwintering wordt van een bladrest een soort van kapsel gesponnen, die aan een takje wordt bevestigd. Na de overwintering leven ze van jonge blaadjes. De pop hangt aan een takje van de waardplant. de blauwe ijsvogelvlinder vliegt in één generatie per jaar.
Leefgebied:
Gemengd bos
Zomergroen loofbos
Sterk gelijkende soorten:
Limenitis camilla
Limenitis populi
Verspreiding:
Komt voor in een band van Galicië via Z- en O-Frankrijk, Italië en de Alpen naar het oosten toe. Vliegt van zeeniveau tot 1500m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Niet in de Benelux. Lokaal in Noord-Frankrijk en Zuid-Duitsland. In Nederland dwaalgast (een waarneming in 1976).
Trend en mate van voorkomen per land:
L. reducta 7