(Stichel, 1908)
Veenbesparelmoervlinder
Beschrijving:
De veenbesparelmoervlinder is een bewoner van hoogvenen en natte heiden. De vliegterreinen liggen meestal beschut langs bosranden of in bossen. Vaak is open water in de directe omgeving aanwezig. Het vrouwtje zet de eitjes een voor een af op de blaadjes van Oxycoccus palustris (veenbes) en Andromeda polifolia (lavendelheide). De pas uitgekomen rups overwintert in de moslaag. Pas in het volgende jaar begint ze te foerageren en te groeien. Onder minder gunstige omstandigheden kan de rups zelfs twee keer overwinteren. De verpopping vindt onderin de vegetatie plaats. De veenbesparelmoervlinder vliegt in één generatie per jaar.
Leefgebied:
Hoogveen
Moeras
Spreihoogveen
Vochtig grasland en ruigte
Sterk gelijkende soorten:
Boloria pales
Boloria graeca
Boloria napaea
Verspreiding:
Komt voor in N- en Centraal-Europa tot Z-Zwitserland, Midden-Oostenrijk en Slowakije. In Frankrijk alleen in Vogezen, Haut-Rhin, Haute-Saone, Jura, Nievre, Doubs, Seine-Maritieme, Eure, Orne en Centraal Massief. Ontbreekt op de mediterrane eilanden en in Ierland. Vliegt van 100 tot 2000m.
Vliegtijd:
juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
In Nederland ernstig bedreigd, in Wallonië kwetsbaar.
Trend en mate van voorkomen per land:
B. aquilonaris 7