(Denis and SchiffermÜller, 1775)
Adippevlinder
Beschrijving:
De adippevlinder komt voor langs bosranden en op open plekken in het bos, waar weelderige en ruige randen met nectarplanten aanwezig zijn. Deze soort vliegt vaak samen met de keizersmantel en de grote parelmoervlinder. De eitjes worden afgezet op de bladeren van viooltjes, maar ook op boomschors in de buurt van viooltjes. De jonge rups overwintert nog in de eischaal. Vanaf ongeveer maart verlaat ze de eischaal en voedt zich vervolgens met de bladeren van de viooltjes. De verpopping vindt aan een takje of blaadje dicht bij de grond plaats. De adippevlinder vliegt in één generatie per jaar. Er bestaan enkele kleurvarianten van deze vlindersoort. Bij A. adippe chlorodippe in het zuiden en in bergachtige streken is de onderkant van de achtervleugel groen met een kontrastrijke tekening. Bij A. adippe cleodoxa in de Pyreneeën is de achtervleugel geel en vrijwel zonder vlekken. Ten zuiden van de Pyreneeën vliegt A. adippe cleodippe met duidelijke vlekkentekening en weinig groene bestuiving.
Leefgebied:
Gemengd bos
Matig voedselrijk grasland
Zomergroen loofbos
Sterk gelijkende soorten:
Argynnis aglaja
Argynnis niobe
Verspreiding:
Komt voor in grote delen van Europa tot 66°NB. Ontbreekt verder in Schotland en op de mediterrane eilanden behalve Sicilië. Vliegt van zeeniveau tot 2100m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
In Nederland onregelmatige standvlinder, verdwenen uit Vlaanderen sinds 1950, in Wallonië kwetsbaar. Lokaal in Zuid-België, Noord-Frankrijk en Duitsland.
Trend en mate van voorkomen per land:
A. adippe 7