(Hoffmannsegg, 1804)
Zuidelijk staartblauwtje
Beschrijving:
Het zuidelijk staartblauwtje vliegt op open plekken in bossen, langs bosranden, bij grazige vegetaties in de buurt van struiken en langs oevers van beken en sloten. Belangrijkste waardplanten zijn Galega officinalis en Securigera varia (bont kroonkruid), maar ook andere vlinderbloemigen zoals Lotus corniculatus (gewone rolklaver), Vicia sativa (voederwikke) en Medicago sativa (luzerne) worden gebruikt. De rupsen eten vooral van de bloemen maar ook van de bladeren; ze worden door mieren bezocht. De soort heeft twee tot drie generaties per jaar en overwintert als rups.
Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Gemengd bos
Matig voedselrijk grasland
Vochtig grasland en ruigte
Zomergroen loofbos
Sterk gelijkende soorten:
Cupido decolorata
Cupido argiades
Cupido minimus
Cupido osiris
Verspreiding:
Komt verspreid in grote delen van Z- en O-Europa voor: in NO-Spanje en M-Pyreneeën, zuidelijke helft van Frankrijk, N- en M-Italië, Zwitserland (Wallis en bij Genf), via Oostenrijk tot in Z-Polen en zuidwaarts in een aantal gebieden in de Balkan tot in N-Griekenland. Vliegt tot 1500m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
C. alcetas 7