(Freyer, 1851)
Geel marmerwitje
Beschrijving:
Het geel marmerwitje is te vinden bij meestal steile, kalkstenen rotshellingen met stukken grazige vegetatie en bij droge, open struikvegetaties. De vlinders zitten vaak met halfopen vleugels op de grond of op rotsen. Als het erg heet is, zoeken ze verkoeling in de schaduw van rotsspleten. Ze hebben een snelle vlucht, die wat aan die van dikkopjes doet denken. Als waardplant wordt Matthiola tessela gebruikt (een kruisbloemige, verwant aan violier). Het is niet duidelijk hoeveel generaties het geel marmerwitje per jaar heeft, waarschijnlijk zijn het er twee.
Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Phrygana vegetaties
Puinhellingen
Sclerofiele struikvegetatie
Sterk gelijkende soorten:
Euchloe charlonia
Verspreiding:
Komt lokaal in de Z-Balkan voor: in Albanië, Macedonië, ZW-Bulgarije (Pirin-gebergte) en in Griekenland. Vliegt tot 2000m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. penia 7