(Linnaeus, 1767)
Gestreepte heivlinder
Beschrijving:
De gestreepte heivlinder komt vooral voor bij droge, rotsachtige hellingen begroeid met struiken en grazige vegetatie en in open bossen. De vlinders zitten vaak op de grond of op boomstammen te rusten. Als waardplant worden verschillende grassoorten gebruikt, zoals Cynodon dactylon (handjesgras), Dactylis glomerata (kropaar), Poa -soorten (beemdgras) en Brachypodium -soorten (kortsteel). De soort heeft één generatie per jaar en overwintert als rups of pop, op of net in de grond.
Leefgebied:
Altijdgroen loofbos
Droog kalkgrasland en steppe
Heide en struweel
Sclerofiele struikvegetatie
Sterk gelijkende soorten:
Onmiskenbaar
Verspreiding:
Komt in vrijwel geheel Portugal en Spanje voor (uitgezonderd het uiterste noorden), in ZO-Frankrijk (vanaf de O-Pyreneeën via de Ardèche tot in de Franse Alpen) en in het aangrenzende deel van de Italiaanse Zee-Alpen. Vliegt vanaf zeeniveau tot ongeveer 1500m, soms tot 2200m.
Vliegtijd:
juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
H. fidia 7