(Borkhausen, 1788)
Gewone dauwerebia
Beschrijving:
De gewone dauwerebia is een algemene soort die in Scandinavië vooral op vochtige, met grassen en struiken begroeide plekken is te vinden, vaak in de buurt van kleine stroompjes, en op grazige hellingen in de bergen. In M-Europa komen de vlinders voor op stenige alpenweiden met een vegetatie van lage grassen en dwergstruiken. De vlinders hebben een karakteristieke vlucht: ze vliegen op en neer en het lijkt net of ze achtervleugels niet gebruiken en steeds bijna op de grond vallen. Het vrouwtje legt de eitjes op verschillende grassoorten, zoals Festuca (zwenkgras), Poa (beemdgras), Sesleria (blauwgras) of Nardus (borstelgras). Op de meeste plekken overwinteren de rupsen twee keer.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Heide en struweel
Sterk gelijkende soorten:
Erebia sthennyo
Verspreiding:
Komt verspreid in Europa voor: in het oostelijk deel van de Pyreneeën, de Alpen, M-Apennijnen, in berggebieden in de zuidwestelijke Balkan, de Karpaten, de Tatra en in N-Europa in Noorwegen, W-Zweden en het noordelijk deel van Finland. Vliegt in M-Europa van 1600-3100m, in Z-Scandinavië van 900-1200m en in Lapland vanaf zeeniveau.
Vliegtijd:
juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. pandrose 7