(Prunner, 1798)
Zuidelijke erebia
Beschrijving:
De zuidelijke erebia is in de Alpen vooral te vinden in zeer droge graslanden met hier en daar rotsen; meer naar het zuiden komt de soort op open plekken in bossen op rotsachtige bodems voor; in Spanje op open plekken in dennenbossen op kalksteen. Als waardplanten zijn bekend Festuca ovina (genaald schapengras), Poa pratensis (veldbeemdgras), P. alpina en Stipa pennata . De soort heeft één generatie per jaar en overwintert als rups.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Matig voedselrijk grasland
Naaldbos
Zomergroen loofbos
Sterk gelijkende soorten:
Erebia meolans
Verspreiding:
Komt voor in N-Portugal, in een aantal berggebieden in M- en N-Spanje (o.a. Sierra de Cuenca, S. de Gredos, S. de Guadarrama, Cantabrisch Gebergte), in de Pyreneeën, in de Alpen van Frankrijk, Z-Zwitserland en Italië en in de Balkan in Kroatië, Z-Bosnië-Hercegovina, Z-Joegoslavië en Albanië. Vliegt van 400-2500m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. triaria 7