Pyronia tithonus

(Linnaeus, 1767)

Oranje zandoogje

Beschrijving:
Het oranje zandoogje komt op veel verschillende typen graslanden voor. Meestal gaat het om droge tot vochtige, enigszins ruige vegetatie naast of in de buurt van bossen en struwelen. De vlinders zitten graag op struweel te zonnen en bezoeken vaak bloemen. Het vrouwtje zet de eitjes een voor een af aan de sprieten van bladeren van vrijwel alle zachte grassoorten, onder andere Dactylis (kropaar), Festuca (zwenkgras), Agrostis (struisgras) en Lolium (raaigras). De rups mijdt de volle zon en voedt zich vooral met grassen die in de schaduw staan. Ze overwintert halfvolwassen in een graspol. Ook de verpopping vindt onderin de vegetatie plaats. Het oranje zandoogje vliegt in één generatie per jaar.

Leefgebied:
Bomenlanen en heggen
Droog kalkgrasland en steppe
Matig voedselrijk grasland
Zomergroen loofbos

Sterk gelijkende soorten:
Pyronia cecilia
Maniola jurtina
Hyponephele lycaon

Verspreiding:
Een soort van Centraal- en Z-Europa. Ontbreekt in Scandinavië, N-Duitsland, N-Polen, Baltische Staten, N-Ierland, Schotland, Z-Italië en op de mediterrane eilanden behalve Corsica en Sardinië. Vliegt van zeeniveau tot 1700m.

Vliegtijd:
juli, augustus, september.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
In de Benelux niet bedreigd.

Trend en mate van voorkomen per land:
P. tithonus 7

%LABEL% (%SOURCE%)