Coenonympha gardetta

(Prunner, 1798)

Alpenhooibeestje

Beschrijving:
Het Alpenhooibeestje is vooral bij open, (sub)alpiene graslanden te vinden en op graslanden met verspreide struiken en bomen. Op sommige plekken kan de soort talrijk voorkomen. Het vrouwtje legt de eitjes meestal één voor één op grashalmen. Verschillende grassoorten worden als waardplant gebruikt. De rupsen overwinteren en verpoppen aan het begin van de zomer, meestal dicht bij de grond hangend aan een plant. Het Alpenhooibeestje heeft één generatie per jaar.

Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Matig voedselrijk grasland
Zomergroen loofbos

Sterk gelijkende soorten:
Coenonympha darwiniana
Coenonympha arcania

Verspreiding:
Komt in O-Frankrijk voor in het noordelijk deel van het Centraal Massief; in de Jura; in de Alpen vanaf de Franse Alpen tot aan de Karawanken in Oostenrijk/Slovenië en lokaal in berggebieden in Bosnië-Hercegovina, ZW-Joegoslavië en Albanië. Vliegt van 800-2900m, meestal tussen 1400-2400m.

Vliegtijd:
juni, juli, augustus, september.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.

Trend en mate van voorkomen per land:
C. gardetta 7

%LABEL% (%SOURCE%)