(Borkhausen, 1788)
Roodstreephooibeestje
Beschrijving:
Het roodstreephooibeestje is een bewoner van droge tot vochtige bosweiden, hooilanden, heischrale graslanden, kalkgraslanden en open moerassen. De vliegterreinen kunnen vrij intensief begraasd zijn, zoals op kalkgraslanden nog wel eens gebeurt, maar ze kunnen er ook goed tegen als het beheer enkele jaren echterwege blijft. Het roodstreephooibeestje wordt vaak voor hooibeestje aangezien en daardoor niet opgemerkt. De vlinders vliegen niet veel en leggen geen grote afstanden af. De eitjes worden een voor een af in korte rijtjes afgezet op de bladeren van grassen. Als waardplant fungeren onder andere Festuca (zwenkgras), Brachypodium pinnatum (gevinde kortsteel), Molinia caerulea (pijpenstrootje), Bromus erectus (dravik) en Cynosurus cristatus (kamgras). De verpopping vindt onder in de vegetatie plaats. Het roodstreephooibeestje vliegt in één generatie per jaar. Op het Iberisch Schiereiland vliegt de ondersoort C. glycerion iphioides , waarbij de oogvlek op de voorvleugels ontbreekt en de oogvlekken op de onderkant van de achtervleugel altijd duidelijk en in contrastrijke kleuren aanwezig zijn. In het overige vlieggebied komt de ondersoort C. glycerion glycerion voor, die veel minder contrastrijk gekleurd is en waarbij de oogvlekken op de onderkant van de achtervleugel kunnen ontbreken.
Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Gemengd bos
Matig voedselrijk grasland
Vochtig grasland en ruigte
Sterk gelijkende soorten:
Coenonympha tullia
Coenonympha pamphilus
Verspreiding:
Komt voor in N-Portugal en N-Spanje (Cantabrisch Gebergte, Pyreneeën tot Montes Universalis). Van Z-Finland via Baltische Staten, Polen, Centraal- en O-Duitsland en Z-België naar NO-Frankrijk en van Zwitserland via N-Italië en M-Apennijnen, Balkan tot N-Griekenland. Vliegt van 200 tot 2000m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
In Wallonië bedreigd, slechts enkele vliegterreinen en in lage aantallen in Zuid-België.
Trend en mate van voorkomen per land:
C. glycerion 7