Meyer-DÜr, 1851
Alpenparelmoervlinder
Beschrijving:
De Alpenparelmoervlinder is een kleine parelmoervlinder die zich in bloemrijke, (sub)alpiene graslanden en op zonnige, grazige hellingen voortplant. De vlinders drinken vooral nectar uit lage kruiden; de mannetjes worden echter ook op vochtige plekken, op uitwerpselen en op dode dieren aangetroffen. Het vrouwtje zet de eitjes in groepen op de waardplant af. De rupsen zijn op Plantago alpina en Achillea (duizendblad) gevonden, ook Gentiana verna en G. acaulis worden als waardplant genoemd. De rupsen overwinteren en verpoppen het volgende jaar in juni-juli, bij voorkeur hangend aan stenen. Op grotere hoogte duurt de ontwikkeling van de rupsen bijna twee jaar en overwinteren ze dus twee keer.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Sterk gelijkende soorten:
Melitaea parthenoides
Melitaea aurelia
Melitaea athalia
Melitaea britomartis
Verspreiding:
Komt voor in de Franse Alpen (en uitlopers), in Zwitserland in Wallis en Engadin, in Oostenrijk in Tirol en in Italië in de Alpen en de M-Apennijnen. Vliegt van 1200-2600m, meestal boven de 1800m.
Vliegtijd:
juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
M. varia 7