Polygonia egea

(Cramer, 1775)

Zuidelijke aurelia

Beschrijving:
De zuidelijke aurelia is een soort van droge graslanden en droge struweelvegetaties. Belangrijkste waardplant is Parietaria officinalis (groot glaskruid); een plant die vaak op oude muren groeit zodat de vlinders ook in de buurt van bebouwing zijn te vinden. Mogelijk voeden de rupsen zich ook met Urtica dioca (grote brandnetel), Salix (wilg) en Ulmus (iep). De zuidelijke aurelia heeft twee tot drie generaties per jaar en overwintert, net als de gehakkelde aurelia, als vlinder. De soort is daarom al vroeg in het voorjaar te zien. De vlinders zitten vaak met open vleugels op rotsen, muren of op de grond te zonnen.

Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Phrygana vegetaties
Sclerofiele struikvegetatie

Sterk gelijkende soorten:
Aglais urticae
Polygonia c-album

Verspreiding:
Komt in Z-Europa voor vanaf ZO-Frankrijk en verder oostwaarts: in Frankrijk in de Ardèche en Provence, in bijna geheel Italië (zeer zeldzaam in N-Italië), langs de Dalmatische kust tot in Griekenland en Bulgarije. Komt ook op veel eilanden in de Middellandse Zee voor. Vliegt tot 1700m.

Vliegtijd:
maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.

Trend en mate van voorkomen per land:
P. egea 7

%LABEL% (%SOURCE%)