(Ochsenheimer, 1808)
Vlaggewikkeblauwtje
Beschrijving:
Het vlaggewikkeblauwtje is in de bergen te vinden op sub(alpiene) graslanden, op rotsachtige plaatsen met een bloemrijke vegetatie en bij puinhellingen. Belangrijkste waardplanten zijn waarschijnlijk Oxytropis halleri en O. foetida , maar ook andere vlinderbloemigen zoals Astragalus sempervirens , A. leontinus en Lotus corniculatus (gewone rolklaver) worden als waardplant genoemd. De vrouwtjes zijn zowel bij lage grazige vegetaties te vinden waar de waardplanten tussen groeien, als in graslanden met een hogere vegetatie waar veel nectarplanten staan te bloeien. De mannetjes worden vaak talrijk op vochtige grond aangetroffen. De rupsen eten van de bladeren van de waardplant en overwinteren. In juni verpoppen ze aan de voet van de plant. De soort heeft één generatie per jaar.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Droog kalkgrasland en steppe
Puinhellingen
Sterk gelijkende soorten:
Polyommatus eroides
Aricia anteros
Verspreiding:
Komt voor in de Pyreneeën, de Alpen (vanaf de Franse Alpen tot de Grossglockner in Oostenrijk), de M-Apennijnen en in de Balkan in gebergten in ZW-Kroatië, ZW-Joegoslavië, Macedonië en ZW-Bulgarije. Vliegt van 1200-2700m, meestal boven de 1800m.
Vliegtijd:
juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. eros 7