(Esper, 1784)
Oostelijke vuurvlinder
Beschrijving:
De oostelijke vuurvlinder komt vooral voor in droge, bloemrijke graslanden (zowel op basische als op zure grond). Ook bij ruderale terreinen, zeer open struweel en op rotsachtige terreinen worden de vlinders waargenomen. Ze zijn regelmatig nectardrinkend op kruidvlier waargenomen. Belangrijkste waardplant is Polygonum aviculare (gewoon varkensgras); waarvan de rupsen de bloemen en bladeren eten. Mogelijk worden ook andere Polygonaceae als waardplant gebruikt. De soort heeft meerdere generaties per jaar en overwintert als rups.
Leefgebied:
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Sterk gelijkende soorten:
Lycaena tityrus
Lycaena alciphron
Verspreiding:
Komt in M-Italië voor en in ZO- en O-Europa (vanaf O-Oostenrijk, Tsjechië en Slowakije tot in Roemenië en Griekenland, op de Griekse eilanden Thasos, Kos en Rhodos en op Cyprus). Vliegt tot 1600m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
L. thersamon 7