(HÜbner, 1803)
Groot spikkeldikkopje
Beschrijving:
Het groot spikkeldikkopje wordt meestal aangetroffen in bergachtig gebied op droge, schrale graslanden en ruigten. Het is zeer variabel en er komen dan ook veel verschillende lokale ondersoorten en formen voor. Dit maakt de determinatie lastig. De eitjes worden een voor een op verschillende soorten Potentilla (ganzerik) en Helianthemum (zonneroosje) afgezet, waarbij het vrouwtje een voorkeur voor kleine bladeren heeft. De rups leeft eerst tussen samengesponnen bladeren, later in een soort tentje op de grond. De overwintering gebeurt in het rupsstadium. Voor de verpopping wordt een speciaal kokertje gebouwd. Het groot spikkeldikkopje vliegt in één tot twee generaties per jaar.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Matig voedselrijk grasland
Sterk gelijkende soorten:
Pyrgus carthami
Pyrgus armoricanus
Pyrgus serratulae
Pyrgus malvae
Verspreiding:
Het groot spikkeldikkopje komt voor in de meeste gebergten van N-Portugal, Spanje, Z- en Midden-Frankrijk, Italië, Zwitserland, Oostenrijk, Balkan, Griekenland, Z- en Midden-Duitsland, Polen, tot 60°NB in Noorwegen, Zweden, Finland en Baltische staten. Vliegt van 800 tot 2000m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Lokaal, op slechts enkele vliegterreinen en in lage aantallen. Op enkele locaties in de Eifel. In Nederland een dwaalgast (een waarneming uit 1954), eveneens dwaalgast in Wallonië.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. alveus 7