(Rambur, 1839)
Donker spikkeldikkopje
Beschrijving:
Het leefgebied van het donker spikkeldikkopje bestaat uit vochtige graslanden, die vaak langs beken of veengebieden liggen; ook in droge graslanden komen de vlinders soms voor. Ze zijn het talrijkst aanwezig in graslanden in de buurt van de boomgrens. Ze zijn redelijk mobiel en worden daarom ook regelmatig buiten hun eigenlijke leefgebied gezien. De mannetjes vertonen duidelijk territoriaal gedrag: vanaf een uitkijkpost, meestal een wat hogere plant, verjagen ze langs vliegende vlinders en mannelijke soortgenoten worden over een afstand van tientallen meters achterna gezeten. Het vrouwtje legt de eieren op verschillende Potentilla -soorten, zoals Potentilla erecta (tormentil) en P. crantzii en ook op Sibbaldia -soorten. Ze heeft een voorkeur voor planten die op wat droge plekken groeien, zoals op verhogingen binnen het vochtige leefgebied of een stuk verwijderd van het typische leefgebied. De rupsen leven verborgen tussen bij elkaar gesponnen bladeren en overwinteren. De soort heeft één generatie per jaar.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Sterk gelijkende soorten:
Pyrgus andromedae
Pyrgus centaureae
Verspreiding:
Komt in een aantal berggebieden in Europa voor: de centrale Pyreneeën (o.a. Andorra), de Alpen (vanaf de Franse Alpen tot in Oostenrijk), in ZW-Bulgarije en in Roemenië (Z-Karpaten). Vliegt van 1000-2800m.
Vliegtijd:
juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. cacaliae 7