(Esper, 1784)
Geelbandspikkeldikkopje
Beschrijving:
Het geelbandspikkeldikkopje is met zijn gele en witte banden op de onderkant van de achtervleugels een onmiskenbaar dikkopje. De vlinders vliegen bij bloemrijke graslanden; bloemrijke, stenige hellingen; bij erosiegeulen en open struweel. De vlinders vliegen langzaam en dicht bij de grond. Als waardplanten worden Potentilla recta (rechte ganzerik), P. hirta en mogelijk ook Abutilon theophrasti (fluweelblad) gebruikt. De soort heeft één generatie per jaar en overwintert als rups.
Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Sterk gelijkende soorten:
Onmiskenbaar
Verspreiding:
Komt in lokaal in M-Spanje voor (regio Caceres, Sierra de Gredos), langs de Franse zuidkust tot in de Ardèche, de Zee-Alpen, de Italiaanse westkust tot aan Napels, M-Italië, Istrië en vanaf ZW-Kroatië, Z-Bosnië-Hercegovina en Z-Joegoslavië tot in N-Griekenland en N-Roemenië. Vliegt van 50-1800m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. sidae 7