(HÜbner, 1813)
Witgezoomd spikkeldikkopje
Beschrijving:
Het witgezoomd spikkeldikkopje is het grootste spikkeldikkopje van Midden-Europa. Hij komt voor op beschut gelegen droog grasland en ruigte, onder andere op kalkgraslanden. De vlinders zitten vaak in de beschutting van struiken en bosranden. De eitjes worden een voor een op de bovenkant van de bladeren van Potentilla -soorten (ganzerik) gelegd. De rupsen leven van de bladeren van deze soorten. Ze zijn moeilijk te vinden door hun verborgen levenswijze. Om de zomerhitte te overleven, houden ze zich overdag verborgen in planten met een kussenvormige groei. De overwintering vindt waarschijnlijk plaats als rups in het laatste stadium. In kweekexperimenten kan in ieder larvenstadium worden overwinterd. Voor de verpopping wordt een stevige cocon aangelegd. Er vliegt één generatie per jaar.
Leefgebied:
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Matig voedselrijk grasland
Sterk gelijkende soorten:
Pyrgus alveus
Pyrgus armoricanus
Pyrgus serratulae
Pyrgus malvae
Verspreiding:
Het witgezoomd spikkeldikkopje komt voor in NO-Portugal, grote delen van Spanje behalve het zuidwesten en noorden, Z- en Midden-Frankrijk, Zwitserland, delen van N- en Midden-Italië, Balkan, Phalakron en Menikion-gebergte in N-Griekenland, Z- en O-Duitsland, Polen, Z-Litouwen. Vliegt van 600 tot 1800m.
Vliegtijd:
juni, juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Lokaal, op enkele vliegterreinen in het Rijn- en Moezeldal. Niet in de Benelux. In Nederland een dwaalgast (een waarneming uit 1917), verdwenen uit Wallonië.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. carthami 7