(Linnaeus, 1758)
Monarchvlinder
Beschrijving:
De monarchvlinder heeft maar weinig populaties in het zuiden van Europa. Hij is echter beroemd om zijn trekneigingen en kan als zeldzame gast in de kuststreken van Noordwest-Europa worden aangetroffen. De populaties liggen op warme tot zeer warme droge plaatsen, zoals erosiegeulen. De vlinder komt ook voor in tuinen en parken. In Spanje worden de eitjes afgezet op Asclepias curassavica , op de Canarische Eilanden tevens op Gomphocarpus fruticosus . De vlinders planten zich continu voort en kunnen meerdere generaties per jaar voortbrengen. De populaties zijn doorgaans klein en zijn omgeven door landbouwgebieden. Ze worden met uitsterven bedreigd door gebruik van herbiciden en insecticiden, branden en storten van afval.
Leefgebied:
Struweel en grasland
Bomenlanen en heggen
Braakliggend terrein
Sterk gelijkende soorten:
Danaus chrysippus
Verspreiding:
Standvlinder in de kustgebieden van de Canarische Eilanden behalve Lanzarote en de provincie Malaga in Z-Spanje, verder alleen als zwerver. Een relatief nieuwe soort voor Europa. De eerste meldingen van de Canarische Eilanden stammen uit 1880 en de populaties in het zuiden van Spanje zijn pas in 1980 ontdekt. Vliegt van zeeniveau tot 100m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
In Nederland dwaalgast. Komt alleen in het uiterste zuiden van Europa voor. Er kunnen dwaalgasten uit Zuid-Europa of Noord-Amerika worden waargenomen.
Trend en mate van voorkomen per land:
D. plexippus 7