(HÜbner, 1804)
Bontoogerebia
Beschrijving:
De bontoogerebia is vaak in vochtige tot natte graslanden te vinden (soms met veel zeggen in de vegetatie), maar komt ook in droge graslanden voor, bij rotsachtige hellingen en op open plekken in bossen. De graslandvegetatie kan op de vliegplaatsen vrij hoog zijn. Er zijn veel verschillende soorten waardplanten bekend, o.a. Carex -soorten (zegge), Juncus -soorten (russen), Molinia caerulea (pijpenstrootje), Briza media (bevertjes), Poa -soorten (beemdgras) en Festuca rubra (rood zwenkgras). De ontwikkeling van de rupsen duurt - afhankelijk van de hoogteligging van het leefgebied - één of twee jaar.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Heide en struweel
Matig voedselrijk grasland
Sterk gelijkende soorten:
Erebia medusa
Erebia alberganus
Erebia meolans
Verspreiding:
Komt in verschillende berggebieden in M- en Z-Europa voor: Pyreneeën, Centraal Massief, Jura, de Alpen (Franse, M-Zwitserse, O-Italiaanse, Beierse, Oostenrijkse en Julische Alpen) en in de Balkan vanaf ZW-Kroatië tot in N-Griekenland. Vliegt meestal tussen 1500-2000m, soms van 900-2600m.
Vliegtijd:
juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. oeme 7