(Prunner, 1798)
Marmererebia
Beschrijving:
De marmererebia is vooral te vinden op droge, warme, rotsachtige hellingen met stukken grazige vegetatie, in bloemrijke graslanden en soms bij bossen. De bodem bestaat meestal uit kalksteen. Als de vlinders met gesloten vleugels op de grond of op stenen zitten, vallen ze nauwelijks op; ze bezoeken echter ook regelmatig bloemen. De rupsen overwinteren in het eerste stadium en beginnen in het voorjaar van Festuca -soorten (zwenkgras) of Nardus stricta (borstelgras) te eten. Ze zijn gevonden op flinke graspollen die in de beschutting van stenen of rotsen groeien. Ze verpoppen in juni of juli.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Puinhellingen
Steile rotsen - binnenland
Sterk gelijkende soorten:
Erebia stirius
Erebia styx
Erebia pronoe
Verspreiding:
Komt in verschillende berggebieden voor: in de Alpen (vanaf de Italiaanse Ligurische Alpen en de Franse Alpen tot in Tirol (Brenner pas) en de Dolomieten), de Alpi Apuane, N- en M-Apennijnen en in de Karpaten in Roemeniƫ. Vliegt van 1100-2500m.
Vliegtijd:
juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. montana 7