Rätzer, 1890
Simplonbergerebia
Beschrijving:
De Simplonbergerebia vliegt op steile, zonnige hellingen met een zure bodem waar grazige vegetatie wordt afgewisseld door rotsen en waar verspreid lariks- of sparrenbomen groeien. De vlinders worden vaak zonnend waargenomen. De vrouwtjes bezoeken verschillende nectarplanten, met name op bloeiende tijm zijn ze regelmatig te vinden; de mannetjes zitten vaak op vochtige grond. De eitjes worden één voor één afgezet op verdroogde grashalmen van de waardplant Festuca ovina (genaald schapengras). De rupsen overwinteren twee keer.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Puinhellingen
Steile rotsen - binnenland
Sterk gelijkende soorten:
Erebia claudina
Erebia epiphron
Verspreiding:
De soort komt in een zeer klein gebied voor: in Zwitserland en Italië in het zuidelijk deel van de Simplon. In totaal zijn er in Zwitserland maar vijf populaties bekend in een gebied van 10x10km en in Italië maar twee. Vliegt tussen 1600-1900m.
Vliegtijd:
juli.
Status Europa:
Kwetsbaar in Europa door achteruitgang van 20 tot 50% in de laatste 25 jaar en het zeer beperkte voorkomen. Soort komt alleen in Europa in een klein deel van de Alpen voor.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. christi 7