(Denis and SchiffermÜller, 1775)
Geelvlekbergerebia
Beschrijving:
De geelvlekerebia is een vlinder van vochtige bloemrijke graslanden en open plekken in het bos. Boven de boomgrens komt deze vlinder ook op open bergweiden voor. Het is een soort van koele en koude omstandigheden. Het vrouwtje plakt de eitjes een voor een aan de sprieten van verschillende grassoorten, onder andere Festuca (zwenkgras) en Phleum (doddegras). De eerste overwintering gebeurt als eitje of als nuchtere rups. Gedurende de zomer ontwikkelt de rups zich tot het een na laatste stadium en overwintert dan weer. De verpopping vindt pas in de tweede zomer plaats.
Leefgebied:
Sub-alpien grasland
Heide en struweel
Sterk gelijkende soorten:
Erebia eriphyle
Erebia epiphron
Erebia melampus
Erebia pharte
Verspreiding:
Komt voor in de hele Alpen in enkele van elkaar gescheiden gebieden. In Spanje in de Picos de Europa. In Franse en Spaanse Pyreneeën van Pto de Somport tot de Col du Tourmalet, Pto de Benasque en Pic Carlit. In het Centraal Massief op de Plomb du Cantal en de Mont Dore, plaatselijk in de Alpes Maritimes, van NO-Isère tot Haute-Savoie, Vogezen. Van Midden-Alpen tot de Julische Alpen, Tatra en Fatra (Slowakije), Karpaten (Roemenië) en op de Durmitor (Montenegro). In Bosnië-Hercegovina op Vlasic Pl., Vranica Pl., Jahorina Pl. Vliegt in de subalpine zone, bij voorkeur tussen 1200 en 1900m, in een enkel geval tot 2400m.
Vliegtijd:
juli, augustus, september.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Niet in de Benelux. De dichtstbij gelegen populaties bevinden zich op graslanden op minstens 900m hoogte in de Vogezen.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. manto 7