(Linnaeus, 1758)
Hooibeestje
Beschrijving:
Het hooibeestje is een algemene soort van vrijwel alle typen graslanden. Het meest zitten ze op enigszins open en schrale hooilanden en weiden. Het vrouwtje legt de eitjes een voor een of in rijtjes af op de bladeren van de meeste grassoorten, onder andere Poa (beemdgras), Anthoxanthum odoratum (reukgras), Festuca (zwenkgras) en Agrostis (struisgras) soorten. Op voedselrijke grassen kan de rups zeer snel groeien. Ze kan echter ook van arme grassoorten leven, maar dan groeit ze langzamer. De rups kan in het derde of vierde stadium overwinteren. Ze verstopt zich dan diep in een graspol. Onderin de vegetatie vindt de verpopping plaats. Het aantal generaties kan bij het hooibeestje afhankelijk van de geografische ligging van het vliegterrein tussen een en drie liggen.
Leefgebied:
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Matig voedselrijk grasland
Sterk gelijkende soorten:
Coenonympha tullia
Coenonympha glycerion
Coenonympha rhodopensis
Verspreiding:
Komt voor in heel Europa tot 69°NB. Ontbreekt in het uiterste noorden van Scandinavië en op enkele eilanden. Vliegt van zeeniveau tot 2000m.
Vliegtijd:
februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober,
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
In de Benelux niet bedreigd.
Trend en mate van voorkomen per land:
C. pamphilus 7