Coenonympha tullia

(MÜller, 1764)

Veenhooibeestje

Beschrijving:
Het veenhooibeestje is een bewoner van hoogvenen, natte heiden, moerassen en natte graslanden. Vaak zijn de vliegterreinen enigszins ruig. Als gevolg van de drooglegging van hoogvenen zijn de overblijvende leefgebieden vaak klein geworden. Populaties kunnen kunnen dan ook zeer klein zijn. Het is moeilijk om de vlinders onder deze omstandigheden te vinden. In grote uitgestrekt veensystemen kan het veenhooibeestje daarentegen algemeen zijn. Men ziet de vlinder vaak heen en weer vliegen tussen de natte plekken met waardplanten en de drogere veenranden met nectarplanten. Er bestaat nog veel onduidelijkheid over de waardplanten en waarschijnlijk bestaan er regionale verschillen in het waardplantgebruik. Een belangrijke soort is Eriophorum vaginatum (eenarig wollegras), maar daarnaast worden ook Rhynchospora (snavelbies), Molinia (pijpenstrootje), Festuca (zwenkgras) en enkele Carex soorten genoemd. Het vrouwtje legt de eitjes één voor één op de waardplant of in de buurt ervan af. De rupsen overwinteren in het derde of vierde stadium verscholen in graspollen. Ze proberen, zo hoog in de kruidlaag te zitten, dat ze wel beschermd zijn, maar ook niet onder water kunnen komen door hoge winterwaterstanden. Ook de verpopping vindt in de waardplant plaats. Het veenhooibeestje vliegt in één generatie per jaar. Er worden veel regionale ondersoorten onderscheiden, waarbij de mate van ontwikkeling van oogvlekken een belangrijk kenmerk is.

Leefgebied:
Hoogveen
Moeras
Spreihoogveen
Vochtig grasland en ruigte

Sterk gelijkende soorten:
Coenonympha pamphilus
Coenonympha glycerion

Verspreiding:
Een soort van N- en het oostelijk deel van Centraal-Europa. Scandinavië behalve de NW-kust, Baltische Staten, Ierland, Schotland, Wales, N-Engeland, Nederland (nog zes populaties), Duitsland, België (Ardennen), O- en NO-Frankrijk (Savoie tot in Nievre en Haut-Rhin, Aisne, Ardennes), NW-Zwitserland, N-Oostenrijk, noordelijke Balkan, de regio Jaice in Bosnië-Hercegovina. Vliegt van zeeniveau tot 1200m.

Vliegtijd:
juni, juli, augustus.

Status Europa:
Kwetsbaar in Europa door achteruitgang van 20-50% in de laatste 25 jaar.

Status Benelux:
In Nederland bedreigd, in Vlaanderen met uitsterven bedreigd, in Wallonië bedreigd.

Trend en mate van voorkomen per land:
C. tullia 7

%LABEL% (%SOURCE%)