(Linnaeus, 1758)
Grote ijsvogelvlinder
Beschrijving:
Een ontmoeting met de grote ijsvogelvlinder behoort tot die belevenissen die je nooit meer vergeet. De vlinder is bijzonder indrukwekkend en ook de bossen waarin hij voorkomt zijn bijzonder mooie stukjes natuur. Het zijn gemengde bossen met open vochtige plekken waar de waardplant groeit. De eitjes worden een voor een afgezet op populierenbladeren (Populus tremula en P. nigra). Het vrouwtje is bijzonder kieskeurig: ze wil dat graag doen op zonbeschenen bladeren waarboven nog wel andere takken zitten. De rups leeft van de bladeren, en produceert daarbij een kenmerkend vraatbeeld. Bladeren worden steeds vanaf de punt opgevreten, waarbij de middennerf blijft staan. De nerf wordt van spinseldraad voorzien, waaraan de keuteltjes blijven hangen. Tegen de tijd dat nog maar twee derde van het blad over is, legt ze een overwinteringsbehuizing aan en bevestigd het blad met spindraad aan de tak. In het tweede larvenstadium wordt overwintert. In de lente verorbert ze nog een groot aantal bladeren voordat ze uiteindelijk, hangend aan een blad verpopt. De grote ijsvogelvlinder vliegt in één generatie.
Leefgebied:
Gemengd bos
Zomergroen loofbos
Sterk gelijkende soorten:
Limenitis camilla
Limenitis reducta
Verspreiding:
Lokaal in Centraal-Europa. In Frankrijk alleen in het noordoosten en de Bretagne, in Duitsland en België alleen in het zuiden, ZO-Noorwegen, Z- en Midden-Zweden, Z-Finland tot N-Griekenland. Vliegt van 100 tot 1500m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
In Nederland ernstig bedreigd, verdwenen uit Vlaanderen, in Wallonië kwetsbaar.
Trend en mate van voorkomen per land:
L. populi 7