(Denis and SchiffermÜller, 1775)
Toortsparelmoervlinder
Beschrijving:
De toortsparelmoervlinder komt bij bloemrijke, grazige vegetaties voor (zowel op droge als op vochtige plekken) en op ruderale terreinen. Als waardplanten worden verschillende Verbascum -soorten gebruikt (o.a. V. thapsus (koningskaars), V. densiflorum (stalkaars) en V. longifolium). De jonge rupsen leven in een gemeenschappelijk spinselnest, waarin ze ook overwinteren. Na de overwintering zitten ze wat verder uit elkaar en zijn ze vaak op de bovenkant van de bladeren te vinden. De soort heeft – afhankelijk van de klimaatzone– één of twee generaties per jaar.
Leefgebied:
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Matig voedselrijk grasland
Vochtig grasland en ruigte
Zomergroen loofbos
Sterk gelijkende soorten:
Melitaea didyma
Verspreiding:
Komt verspreid in grote delen van Z-Europa voor: N-Portugal, gebergten in M- en N-Spanje, in Italië lokaal vanaf de Alpen tot de Z-Apennijnen en vanaf Slovenië en Slowakije in heel ZO-Europa. Vliegt tot 2200m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
M. trivia 7