(Schneider, 1792)
Wikkeblauwtje
Beschrijving:
Het wikkeblauwtje draagt zijn duitse naam "Prächtiger Bläuling" terecht: door zijn prachtig lichtblauwe vleugels en zijn territoriaal gedrag valt met name het mannetje erg op. Het vrouwtje is bescheiden bruin met een groenblauwe glans. Het wikkeblauwtje komt voor op bloemrijke graslanden met vochtige plekken en beschutting door struweel of bosranden. De eitjes worden op de bladeren van veel verschillende soorten vlinderbloemigen afgezet. De rupsen overwinteren in de strooisellaag. Ze worden bezocht door mieren van de geslachten Lasius, Myrmica , Formica en Tapinoma . De verpopping vindt ook in de strooisellaag plaats. Het wikkeblauwtje vliegt in één generatie.
Leefgebied:
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Matig voedselrijk grasland
Sterk gelijkende soorten:
Polyommatus escheri
Verspreiding:
Komt voor van Spanje (Sierra Nevada, Cantabrisch gebergte, S. de la Demanda en Montes Universalis) via Pyreneeën, Z-Frankrijk, W-Italië verder richting oosten. Van Midden-Zwitserland via O-Duitsland tot het zuiden van Scandinavië. Vliegt van 100 tot 2000m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Niet in de Benelux. Dichtstbijgelegen populaties in Denemarken en enkele vliegterreinen in Duitsland. Breidt zich uit in westelijke richting.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. amandus 7