Polyommatus escheri

(HÜbner, 1823)

Groot tragantblauwtje

Beschrijving:
Het groot tragantblauwtje komt voor in bloemrijke droge, graslanden; bij vochtige ruigten; op bloemrijke, rotsachtige plekken; bij struweel; langs bosranden en ook bij landbouwgronden. Het vrouwtje legt de eitjes één voor één op Astragalus -soorten (hokjespeul/tragant), met name op A. monspessulanus . Mogelijk wordt ook Onobrychis (esparcette) als waardplant gebruikt. De rupsen overwinteren als ze nog klein zijn en eten in het voorjaar van de jonge bladeren en bloemknoppen. Als ze volgroeid zijn verlaten ze de waardplant om onder stenen te verpoppen. Zowel de rupsen als de poppen worden door mieren bezocht. De soort heeft één generatie per jaar.

Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Phrygana vegetaties
Vochtig grasland en ruigte

Sterk gelijkende soorten:
Plebeius argus
Plebeius idas
Plebeius pylaon
Polyommatus bellargus

Verspreiding:
Komt in grote delen van Z-Europa voor: in de oostelijke helft van Spanje, N-Spanje, Pyreneeën, W-Frankrijk (Poitou) en ZO-Frankrijk, Z-Zwitserland, Italië (Alpen, Ligurië, Toscane tot Campania) en in de Balkan vanaf ZW-Kroatië, via Z-Bosnië-Hercegovina en ZW-Joegoslavië tot in Z-Griekenland en Bulgarije. Vliegt tot 2000m.

Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus, september.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.

Trend en mate van voorkomen per land:
P. escheri 7

%LABEL% (%SOURCE%)