(Fischer v. Waldheim, 1832)
Oostelijk saffierblauwtje
Beschrijving:
Het oostelijk saffierblauwtje is te vinden in open, kruidenrijke graslanden, op rotsachtige hellingen en soms bij struweel of langs bosranden. De vlinders vliegen dicht bij de grond en bezoeken maar af en toe bloemen. De mannetjes zijn wel vaak talrijk op vochtige grond waar te nemen. De eieren worden op verschillende Astragalus -soorten (hokjespeul) gelegd, zoals A. exscapus , A. dasyanthus , A. parnassi , A. angustifolius en A. rumelica . De rupsen eten van de bladeren en worden door mieren bezocht. Ook de verpopping vindt vaak aan de ingang van een mierennest plaats. De soort heeft één generatie per jaar en overwintert als jonge rups.
Leefgebied:
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Steile rotsen - binnenland
Sterk gelijkende soorten:
Plebeius argus
Plebeius idas
Plebeius argyrognomon
Polyommatus escheri
Verspreiding:
Komt lokaal in Z0-Europa voor: vanaf Hongarije en W- en ZO-Roemenië zuidwaarts tot op de Peloponnesos in Griekenland. Vliegt van 500-2000m.
Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
P. pylaon 7