(Fourcroy, 1785)
Oranje luzernevlinder
Beschrijving:
De oranje luzernevlinder kan in mooie zomers in vrijwel heel Europa als trekvlinder opdagen. Ze zitten dan vaak op klaver- of luzernevelden of bij andere bloemrijke vegetaties. De eitjes worden een voor een afgezet op de bovenkant van bladeren van vlinderbloemigen, zoals Medicago sativa (luzerne), Trifolium (klaver) en Vicia (wikke) soorten. De verpopping vindt plaats als gordelpop aan de voedselplant. In de zuidelijke streken, waar de oranje luzernevlinder de winter kan overleven, doet hij dat als pop. In het noorden, waar ze de kou niet kunnen verdragen, komen steeds nieuwe trekvlinders. Deze vlindersoort brengt vier tot zes generaties per jaar voort.
Leefgebied:
Generalist
Sterk gelijkende soorten:
Colias myrmidone
Colias chrysotheme
Verspreiding:
In Midden- en Z-Europa een standvlinder. In de baltische Staten, Z-Scandinaviƫ, N-Duitsland, Nederland, Belgiƫ, Groot-Brittanniƫ en Ierland als trekvlinder. Van 0 tot 1600m hoogte als standvlinder, tot 3200m als zwerver.
Vliegtijd:
maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
In de Benelux een trekvlinder.
Trend en mate van voorkomen per land:
C. croceus 7