(HÜbner, 1804)
Klein marmerwitje
Beschrijving:
Het klein marmerwitje vliegt op warme, droge, rotsachtige plekken met stukken bloemrijke, grazige vegetatie, bij droog struweel en op verlaten landbouwgrond. Als waardplant worden verschillende Brassicaceae (kruisbloemigen) gebruikt, zoals Iberis hispanica , I. ciliata , I. saxatilis , I. amara (bittere scheefbloem) en Biscutella -soorten. De rupsen eten de bloemen en vruchtbeginsels. De soort heeft één generatie per jaar en overwintert als pop. De vlinder dankt zijn soortnaam tagis aan het feit dat hij in Portugal aan de oever van de Taag is gevonden.
Leefgebied:
Altijdgroen loofbos
Braakliggend terrein
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Phrygana vegetaties
Sclerofiele struikvegetatie
Zandduinen - binnenland
Sterk gelijkende soorten:
Euchloe simplonia
Euchloe ausonia
Euchloe insularis
Euchloe crameri
Verspreiding:
Komt voor in Z-Portugal (zeer zeldzaam), in de zuidelijke helft van Spanje en lokaal in het noorden (o.a. omgeving Burgos, Aragon), in Frankrijk in de omgeving van Cahors, in de Provence en de Alpen en in NW-Italië. Vliegt vanaf zeeniveau tot circa 1200m, soms tot 2400m.
Vliegtijd:
februari, maart, april, mei.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
E. tagis 7