(Esper, 1804)
Zuidelijk oranjetipje
Beschrijving:
Het zuidelijk oranjetipje wordt vooral waargenomen op droge, bloemrijke plaatsen, ruderale terreinen en verlaten landbouwgronden. Op de vliegplaatsen groeien meestal veel Brassicaceae (kruisbloemigen) zoals Sisymbrium irio (brede raket), Biscutella auriculata , Sinapis incana en Raphanus -soorten (radijs) die als nectarplant en waardplant worden gebruikt. De vlinders hebben een snelle, zigzaggende vlucht. Het zuidelijk oranjetipje overwintert als pop. Het popstadium kan één winter duren, maar ook twee of drie jaar.
Leefgebied:
Braakliggend terrein
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Sterk gelijkende soorten:
Onmiskenbaar
Verspreiding:
De soort komt lokaal, maar soms wel talrijk, voor in ZO- en M-Spanje (vanaf de Z- en O-kust tot aan Burgos en Salamanca). Vliegt vanaf zeeniveau tot 1000m, soms tot 1400m.
Vliegtijd:
april, mei, juni.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
Z. eupheme 7