(Fabricius, 1793)
Groot kustdikkopje
Beschrijving:
Het groot kustdikkopje kan worden gevonden op rotsachtige of stenige plekken (zoals in droge rivierbeddingen), bij droge, grazige vegetaties, bij droog struweel en bij lage struikvegetaties langs de kust. De rupsen voeden zich met grassen, waarschijnlijk met Poa annua (straatgras), Briza media (bevertjes) en Brachypodium retusum . De mannetjes verdedigen vanaf een steen of vanaf de grond een territorium en keren bij verstoring weer naar dezelfde plek terug. De vlinders vliegen snel en laag. De soort heeft één tot drie generaties per jaar. In het voorjaar komen de vlinders in veel lagere aantallen voor dan in de (na)zomer.
Leefgebied:
Droog kalkgrasland en steppe
Phrygana vegetaties
Sclerofiele struikvegetatie
Sterk gelijkende soorten:
Gegenes pumilio
Borbo borbonica
Verspreiding:
Komt verspreid in Z-Europa voor: op het Iberisch schiereiland langs de z- en o-kust en zeer lokaal in het binnenland, langs de Italiaanse westkust en vanaf ZW-Kroatië, via ZW-Joegoslavië, tot in Bulgarije en Griekenland. Komt ook op de eilanden Sicilië, Sardinië en Kreta voor. Vliegt meestal op geringe hoogte langs de kust, in het binnenland tot 1600m.
Vliegtijd:
mei, juni, juli, augustus, september, oktober.
Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux:
Komt niet in de Benelux voor.
Trend en mate van voorkomen per land:
G. nostrodamus 7