Carcharodus alceae

(Esper, 1780)

Kaasjeskruiddikkopje

Beschrijving:
Het kaasjeskruiddikkopje is een vlinder van warme en vaak ruige plaatsen met een grazige vegetatie, onder andere ruigten op warme hellingen. Het is een mobiele soort die zwerft en daardoor op onverwachte plaatsen aangetroffen kan worden. In jaren met een mooie zomer trekken ze richting noorden en worden dan in warme zuidgerichte rivierdalen aangetroffen. Vaste populaties zijn meestal klein. De eitjes worden een voor een op de bovenkant van de bladeren van allerlei Malva -soorten (kaasjeskruid) afgezet. De rupsen kunnen op dit voedsel zeer snel groeien, waardoor het aantal generaties per jaar kan oplopen tot drie en meer. Als het kouder wordt, maakt de volwassen rups maakt een cocon in de strooisellaag, waarin ze overwintert. De verpopping vindt pas in het volgend voorjaar plaats. De vlinder bezoeken graag bloemen voor nectar en brengen veel tijd door met zonnen. Ze vertonen dan een prachtige paars tot olijfgroene metalige glans.

Leefgebied:
Braakliggend terrein
Droge zure graslanden
Droog kalkgrasland en steppe
Matig voedselrijk grasland

Sterk gelijkende soorten:
Carcharodus floccifera
Carcharodus orientalis
Carcharodus baeticus

Verspreiding:
Z- en Midden-Europa tot 50°NB. Komt ook voor op de meeste mediterrane eilanden. Vliegt vanaf zeeniveau tot 2000m.

Vliegtijd:
april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober.

Status Europa:
Soort is thans niet bedreigd in Europa.

Status Benelux:
In Nederland onregelmatige standvlinder, in Vlaanderen dwaalgast, in Wallonië kwetsbaar. Slechts enkele vliegplaatsen in Eifel en Ardennen.

Trend en mate van voorkomen per land:
C. alceae 7

%LABEL% (%SOURCE%)